Ik ben tot de laatste ronde gekomen in de sollicitatieprocedure voor de functie van Directeur van De Balie. Jammer dat ik het niet geworden ben, want dit was ik van plan:
Mijn plan voor De Balie
Robert Kluijver, 28 juni
1 Structuur
De Balie is prachtig gelegen aan het Leidseplein, in een geweldig gebouw met vele mogelijkheden. Het heeft een sterke identiteit weten te verwerven als intellectuele en culturele ontmoetingsplaats voor Amsterdammers en buitenlanders die een kritisch engagement hebben met de buitenwereld.
Maar de meeste bezoekers komen zelden voorbij het café. De activiteiten in de zalen, hoe interessant ze ook mogen klinken, trekken het publiek niet voldoende. Er lijkt helaas weinig behoefte aan te bestaan.
Daarnaast is algemeen bekend dat het instituut al meerdere malen aan de rand van de afgrond heeft gestaan. De directie en programmamakers veranderen vaak omdat het blijkbaar te slopend is om met weinig middelen het ambitieuze programma te realiseren.
Dat is raar. Met zo’n pand en ligging en goed lopende horeca zou De Balie in theorie nauwelijks subsidie nodig moeten hebben.
Ik stel voor om van De Balie een goed lopende zaak te maken, aantrekkelijk voor een breder publiek, zonder dat het daarbij aan identiteit verliest als trekpleister voor de traditionele doelgroepen.
De Balie wordt in tweeën gesplitst: een Balie overdag en een Balie By Night.
Overdag vinden de activiteiten plaats die tot nu toe De Balie kenmerken. Maar wanneer de huidige subsidies waarmee programmamakers en hun assistenten worden betaald aflopen vernieuwen we hun contracten niet. We verhuren de zalen aan het netwerk van partners dat De Balie nationaal en internationaal heeft weten op te bouwen en aan de vele Amsterdamse organisaties zonder ruimte, die maar al te graag van de centrale ligging, bekendheid en naam van De Balie gebruikmaken. Er wordt wel een selectie toegepast op de activiteiten om de uitstraling van kwaliteit en kritisch engagement te bewaren. De regie blijft daarmee in de handen van De Balie.
Cinema De Balie wordt versterkt. Het Leidseplein trekt een bioscooppubliek, daar moeten we gebruik van maken. Maar in de plaats van een eigen programmering met ‘third cinema’ die niet genoeg publiek trekt, sluiten we ons aan bij een goedlopend filmhuis buiten Amsterdam (zoals het Filmhuis Den Haag) met een artistiek interessante selectie, meestal uit verre oorden, die veel toegankelijker is dan de arthouse movies van bijvoorbeeld het Filmmuseum (maar gewaagder dan Kriterion). Daardoor worden de kosten gedrukt en kan Cinema De Balie inkomsten genereren, waaruit een gedeelte van het ondersteunend personeel betaald kan worden.
De Balie werft programmerend personeel alleen als die uit een langlopende subsidieregeling kan worden betaald; vaste programmamakers, die niet alleen personeelsonkosten met zich mee brengen maar ook de energie-rovende en slopende noodzaak om voor alles en overal subsidies aan te vragen bestaan niet meer.
Het horeca-gedeelte kan, wanneer De Balie weer meer publiek trekt, zich gestaag uitbreiden. Een ‘bazaar’-achtige formule (vgl de Bazaar op de Witte de Withstraat in Rotterdam) met goedkoop maar gezond en goed voorbereide wereldkeuken zou voor de toekomst misschien een optie zijn. Er wordt vanuit gegaan dat gezien de locatie de horeca goede inkomsten kan genereren voor De Balie.
Tenslotte blijft De Balie zoals nu kantoorruimte verhuren aan organisaties die ‘Balie-achtige’ activiteiten ontplooien, voor bedragen die onder de marktprijs liggen maar wel bijdragen aan dekking van de vaste lasten.
Het ondersteunend personeel wordt aangehouden, zonodig zelfs uitgebreid. De goede technische dienst, de vriendelijke en bekwame receptie en het huidige horecapersoneel vormt de meerwaarde die De Balie als verhuurder van programma- en kantoorruimte te bieden heeft.
De Balie By Night gaat zich gestaag ontwikkelen tot de uitgaansplek voor kunstzinnige, kosmopoliete volwassenen die nu betreuren dat er in heel Nederland geen plek lijkt te bestaan waar mensen van boven de 30 op een stijlvolle maar uitbundige manier ‘s nachts pret kunnen beleven. Een plek waar je tot 4 uur ’s ochtends kunt dansen, drinken, eten, mooie kunst en mensen zien en bijkletsen. Een plek waar goede muziek wordt gedraaid, van deze tijd maar niet voor pubers; waar je kunt loungen op mooi meubilair ver van de dansvloer en nieuwe relaties aangaan; waar je na middernacht nog terecht kunt voor een hapje. Een plek waar je interessante videokunst kunt bekijken, mooie foto’s zien, en kunstenaars kunt ontmoeten. De plek waar popsterren komen drinken na hun optreden in Paradiso. Waar je je buitenlandse vrienden vol trots naartoe kunt brengen – en op het Leidseplein nog wel!
Vanaf 11 uur verandert De Balie – om te beginnen misschien een keer per week, later meerdere nachten per week. Dan moet je 20 Euro entreegeld betalen (of een lidmaatschap), maar dan krijg je ook waar voor je geld. Een ceremoniemeester uit bijvoorbeeld Sao Paolo ontvangt je. De muziek, de verlichting, het meubilair, de bediening, de ontvangst – alles wijst erop dat je in een chique, hippe omgeving bent beland. Niet een disco maar een club. De prijzen zijn niet buitenissig maar wel te vergelijken met de betere uitgaansgelegenheden.
We lanceren De Balie By Night met een aantal thematische nachten waar bekende Nederlanders (of buitenlanders) hun eigen kringen meebrengen. Thema’s die Balie-achtig zijn maar niet zwaar. Zoals Afrikaanse mode, warzone of Russische glamour. Het is dezelfde Balie, en ook gedeeltelijk hetzelfde publiek, maar dan gemengd met een meer vermogend publiek dat wel in stijl en de buitenwereld geïnteresseerd is maar minder in moeizame debatten over multiculturaliteit.
Op de begane grond kun je eten, drinken en ontmoeten, daar wordt ook andere muziek gedraaid. Op de etage bevindt zich de dansvloer, en helemaal boven het loungegebied en de ruimte voor experimentele kunst.
Zodra De Balie By Night een beetje naamsbekendheid heeft verworven kan de ruimte met bediening doordeweeks worden verhuurd aan derde partijen, maar dan wel tegen een fiks bedrag (mooi gebouw, locatie, professionele bediening) voor bedrijfsfeestjes, huwelijksfeesten en dergelijke. Dit kan een belangrijke bron van inkomsten worden, waarmee De Balie op den duur geheel zelfstandig opereert.
Het is mogelijk dat De Balie door horeca en verhuur winstgevend wordt. Dan wordt de opbrengst gebruikt om programma’s op te zetten waarvoor moeilijk subsidie kan worden gevonden. Er kan dan bijvoorbeeld een ervaren programmateur in dienst worden genomen om enkele keren per jaar het soort ‘Balie-breed’ programma’s op te zetten die De Balie nu uniek maken, waar podiumkunsten, film, beeldende kunst en discussie bij elkaar komen om een onderwerp van alle kanten te belichten (en waarom zou daar niet ook een mooi feest bij komen?)
Daarmee draagt De Balie overigens bij aan een van de doelen van de gemeente Amsterdam, om het Leidseplein een betere uitgaansplek te maken.
2 Toevoegingen gemaakt voor de tweede sollicitatieronde
1. Er komt een kaalslag aan in de cultuur. De Balie overleeft deze ronde maar zal hard moeten knokken om in de basisinfrastructuur te blijven voor de volgende vierjarige periode. Het is belangrijk om zich innovatief op te stellen en De Balie beter te profileren als een noodzakelijke instelling van het Nederlandse culturele leven. Tegelijkertijd heeft De Balie er profijt bij om haar internationaal netwerk te versterken, om in de toekomst ook voor Europese en internationale fondsen in aanmerking te komen en om programma’s uit te wisselen. Tenslotte kan het zakelijke model van De Balie aangepast worden om voor meer eigen inkomsten te zorgen. Dat vergroot ook de bestuurlijke autonomie van De Balie.
2. Het politiek klimaat, dat in opzichten van samenleving met andere culturen steeds verhard (verrechtst) roept om een respons van de progressieve sociale krachten in Nederland. De Balie moet het centrum voor progressief denkende mensen worden. Daarvoor zijn de functies van foyer/incubator/think-tank nodig. De intellectuele rol die De Balie vroeger speelde in links Amsterdam moet vernieuwd worden en internationaliseren. Het internationaal perspectief biedt nieuwe inzichten op de politieke situatie in Nederland en zal het intellectueel en artistiek leven in Amsterdam stimuleren.
3. Concrete voorbeelden van hoe dat zou kunnen gebeuren:
a. Er worden zeker kleine en wat middelgrote podia opgeheven. De Balie kan toevlucht bieden aan deze groepen. Ook andere verenigingen in Amsterdam die voor hun culturele activiteiten ruimte zoeken zouden bij De Balie terecht kunnen (bijv. tegen laag tarief op de lege dagen). Zo wordt het pand levendiger, vergroot het publieksbereik en wordt een nieuwe achterban geschapen. Het ontlast De Balie ook gedeeltelijk van de noodzaak zelf te programmeren. De technische dienst zal wellicht wel versterkt moeten worden.
b. Programma’s die nu gepland staan gaan uiteraard door. De uitwerking daarvan zal zich deels richten op het nieuw beoogd publiek. Nieuwe programma’s moeten een nog hogere kwaliteit beogen. ‘Balie-breed’ programma’s, waarbij enkele keren per jaar alle middelen van De Balie enkele dagen lang worden ingezet om een thema van alle kanten en tot in de diepte te beschouwen, is een goed model. Het is beter om zo nu en dan een sterke indruk te maken (en de ruimtes tussendoor met verhuur en terbeschikkingstelling te vullen) dan om te verzanden in veel kleine programma’s met aparte financieringstrajecten en minder zichtbaarheid.
c. Een ander programma-idee die past in het nieuw beleid is een reeks presentaties van innovatieve internationale denkers – eventueel uitgenodigd in samenwerking met andere Nederlandse instellingen, zoals universiteiten of onderzoeksinstituten – gevolgd door workshops geleid door deze zelfde mensen. Hierdoor zou de ‘think-tank’ (denkplek) functie van De Balie versterkt worden.
d. Een documentairefestival dat het progressieve en innovatieve van vroegere IDFA festivals had – die indertijd De Balie bij een groot publiek bekend maakten.
e. Om De Balie een internationaal knooppunt te maken moet de communicatie zich aanpassen, met name de website, om zich te richten op een internationaal publiek (in Amsterdam/Nederland en het buitenland)
4. Ik stel echter voor dat, voordat alle energie van de inhoudelijke directeur opgaat in het organiseren van nieuwe programma’s, er een reflectiemoment komt. Dit gaat gepaard met consultatierondes met huidige en beoogde partners, gesprekken met het personeel, het herdefinieren van een visie en het bedenken van een zakelijk model dat daarbij past. In zekere zin is dit ook een voorbereiding op de nieuwe ronde van de Raad van Cultuur (plannen moeten eind 2011 ingediend worden).
Wat ik daaraan kan bijdragen is een breed internationaal maar ook groeiende Nederlandse netwerk van kunstenaars, kunstliefhebbers, instellingen actief op het gebied van politiek, ontwikkeling en cultuur. Ik zou zelf de ‘Balie-breed’ programma’s kunnen opzetten; maar voorop staat de noodzaak om De Balie weer tot het bruisend hart van internationaal, kritisch en kunstzinnig Amsterdam te maken.